Driekwart van alle 415 Nederlandse gemeenten heeft een inkomensgrens in de Wmo-verordening opgenomen, terwijl daar géén wettelijke grondslag voor bestaat. Dit blijkt uit het onderzoek van Stichting De Ombudsman naar inkomensgrenzen en andere financiële voorwaarden in het gemeentelijk Wmo-beleid. De Ombudsman roept gemeenten op hun verordeningen zo snel mogelijk aan te passen en een compensatieregeling in te stellen voor de gedupeerden die vanwege deze achterhaalde bepalingen in de verordeningen zonder voorziening zijn komen te zitten.
De Centrale Raad van Beroep heeft in twee uitspraken (eind 2011 en begin 2012) bepaald dat inkomensgrenzen en besparingsbijdragen binnen de Wmo niet zijn toegestaan. Ook de politiek heeft zich hierover duidelijk uitgesproken: gemeenten mogen geen inkomenspolitiek bedrijven. Dat een groot aantal gemeenten dit toch doet, is wellicht begrijpelijk in het licht van de huidige bezuinigingen, maar pleit hen niet vrij. Burgers moeten kunnen rekenen op een betrouwbare overheid die de wet correct uitvoert. Bovendien vindt De Ombudsman het onbegrijpelijk dat de overheid die verwacht dat ‘iedereen meedoet’ en daar ook voorzieningen voor treft zoals de Wmo, tegelijkertijd zoveel obstakels opwerpt die een normaal sociaal en werkend leven in de weg staan. Dat is nooit de bedoeling geweest van de Wmo en is er bovendien nog strijdig mee ook!
Gemeenten traag met aanpassen
De Ombudsman heeft de Wmo-verordeningen en besluiten van alle gemeenten onder de loep genomen. Een eerste inventarisatie vond plaats in april 2012 en een update is gedaan in juli 2012. Inkomensgrenzen worden in driekwart van de gemeenten nog gehanteerd, ook legt bijna één op de vijf gemeenten ten onrechte nog een besparingsbijdrage op. De Ombudsman constateert dat de meeste gemeenten ruim de tijd nemen om hun Wmo-beleid aan te passen aan de rechtspraak. Sommige gemeenten hebben zelfs aangegeven te wachten met het doorvoeren van de aanpassingen tot 2013, zodat ook de wijzigingen rond de overheveling van AWBZ-taken naar de Wmo kunnen worden meegenomen. Het gaat vaak slechts om het laten vervallen van één of enkele bepalingen in de Wmo-verordening die strijdig zijn met de wet en de jurisprudentie.
Onnodige procedures
Ondertussen bestaat de juridische werkelijkheid uit niet-correcte verordeningen en besluiten. Dit werkt willekeur, verwarring en onnodige procedures in de hand. Het afgelopen jaar verzamelde De Ombudsman tientallen voorbeelden van zaken waarbij gemeenten ten onrechte inkomensgrenzen of andere financiële voorwaarden toepassen bij de beoordeling van Wmo-aanvragen. Hieruit komt naar voren dat het voor burgers buitengewoon belastend is om procedures te voeren tegen onterechte afwijzingen van Wmo-voorzieningen. Vaak volgt een tijdrovend traject van bezwaar en beroep. Dit brengt zowel voor de burger als voor de gemeente kosten met zich mee.
Gemeenten moeten aan de slag!
De Ombudsman begrijpt de noodzaak om bij aanpassingen in gemeentelijke regelgeving zorgvuldigheid te betrachten. Maar De Ombudsman heeft geen begrip voor de traagheid die deze bestuurlijke besluitvorming met zich meebrengt. De Ombudsman roept gemeenten op om hun Wmo-beleid zo spoedig mogelijk aan te passen aan de jurisprudentie over inkomensgrenzen, besparingsbijdragen en andere financiële voorwaarden binnen de Wmo. Gemeenten dienen zich immers te houden aan de geldende wet- en regelgeving. Voor Wmo-gebruikers die door gestelde inkomensgrenzen enige tijd zonder Wmo-voorzieningen zijn komen te zitten, moet een compensatieregeling worden ingesteld.
Presentatie rapport: Grenzen aan de Wmo
De onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen zijn beschreven in het rapport ‘Grenzen aan de Wmo’. Dit rapport is op zaterdag 8 september 2012 gepresenteerd in het Vara-programma Kassa. Mr. Paula Breedveld, auteur van het rapport en jurist bij Stichting De Ombudsman, zal in dit programma een toelichting geven op het rapport.
Bron: Stichting De Ombudsman
Download het rapport:
'Grenzen aan de Wmo? Onderzoek naar toepassing van inkomensgrenzen en andere financiële voorwaarden door geme